Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Noch zich [11]te begeven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen, welke meer [twist]vragen voortbrengen dan [12]stichting Gods, die in het geloof is. 11. Of, te houden aan fabelen, acht hebben op fabelen. Hoewel ook de Grieken veel fabelen onder hunnen godsdienst mengden, en geslachtsrekeningen hunner goden; nochtans schijnt hier Paulus op enigen te zien, die uit het Jodendom kwamen, en die hunne Talmudische fabelen en oneindige geslachtsrekeningen bij Gods Woord voegden, gelijk zij ook de wet met het Evangelie zochten te vermengen; voor welke dingen Paulus hier Timotheus waarschuwt, gelijk hij die ook uirdrukkelijk Joodse fabelen noemt; Titus 1:14. 12. Dat is, stichting die naar God is. Anderen lezen uitdeling Gods; gelijk 1 Kor.4:1.